Autoblues

slechtmindernormaalgoedbest


Daar sta je dan midden op de Veluwe met de motorkap omhoog en stoomwolken die uit de motor opstijgen richting blauwe lucht. De kinderen zijn vooralsnog niet onder de indruk van de spanning die bij ons opbouwde naarmate het metertje opliep richting rood. Nog anderhalf uur rijden van huis besluiten we de wegenwacht te bellen want verder dan met een kennersblik de motorkap open zetten om de motor enige koelte te verschaffen komen we ook niet.
Zonder enige haast besluit de man in veiligheidspak dat een litertje koelvloeistof het euvel moet verhelpen. Voor de zekerheid rijdt hij nog tien minuten achter ons aan en zwaait vrolijk naar ons terwijl hij de afrit neemt op weg naar de volgende klant. Onze auto gedraagt zich nog eens tien minuten voorbeeldig en dan kruipt het metertje weer gestaag omhoog. Bij het volgende tankstation spuugt hij als een woedende draak het litertje koelvloeistof uit en weten we zeker dat we een probleem hebben. Drie afkoelmomenten en een jerrycan koelvloeistof verder komen we uren later thuis.
De diagnose van onze auto met koorts komt twee dagen later. "Neeheeeeee", roept mijn dochter en werpt zich snikkend op de bank. Lekke koppakking, auto overleden. Elise is ontroostbaar. We hebben het ding al zo lang ze zich kan herinneren en ze had het een naam gegeven.
We hebben onze auto niet nodig voor het woon-werk verkeer maar zonder is wat lastig dus er moet een nieuwe komen. Maar ja, waar haal je die vandaan? Met wijnproeven kan ik wel interessant met de wijn in mijn glas spelen en na een slokje minzaam knikken. Maar op dezelfde manier een blik onder de motorkap werpen en maar hopen dat we geen kat in de zak koop gaat niet werken. Urenlang surfen op het internet maakt ons niet veel wijzer. Het schijnt dat je goed moet onderhandelen met verkopers van tweedehands auto's maar in Tunesië liet ik me al grof afzetten dus hoe nu verder?
De garage belt met de mededeling dat ze toevallig precies iets voor ons hebben staan in de showroom en ze willen ons ook wel op komen halen om vrijblijvend te praten, ja, ja. Natuurlijk gaan we mee, kijken kost niets. We maken kennis met een jonge versie van onze overleden auto. Zilvergrijs en met glimmend dashbord en smetteloze bekleding. De garageman doet enthousiast en ik zie Martin met moeite onder het stuur schuiven. Dit is geen gebruiksvoorwerp. Dit is een statussymbool en ik zie hier nog niet onze druipende duiktassen op de achterbank liggen. Al het geglim doet me vermoeden dat we met deze auto niet onze schouders kunnen ophalen zoals vorige week toen we met de bumper een paaltje raakten. Ik weet ineens zeker dat deze auto niet met ons mee naar huis mag.
Besluiteloos dwaal ik door de showroom en zie een blauwe auto die me veel beter bevalt. Een jaar ouder maar met de helft aan kilometers op de teller. Wanneer Martin instapt, zit hij als een vorst achter het stuur. Ook hoeven onze kinderen niet opgevouwen achterin, aangezien ik riant achter hem kan zitten. Voor ik het weet zijn we achter een kop koffie geparkeerd en zit de garagehouder met een ernstige blik berekeningen te maken. Als hij mij het eindresultaat laat zien hoef ik niet eens te spelen dat ik schrik. Tactisch mompelt de verkoper iets over nog meer koffie en laat ons achter om te overleggen. We komen hem tegemoet ergens tegen tussen zijn schrikbedrag en het maximumbedrag wat we vanochtend hadden vastgesteld. Bovendien bedingen we een volle tank bij aflevering.
We voelen ons geslaagde onderhandelaars wanneer we weer huiswaarts gereden worden en ontkurken bij thuiskomst een supermarktwijntje om het te vieren.

vorige:Weihnachtsferien
volgende:Schoolreisje