Stoere jongens, Hollandse knap

slechtmindernormaalgoedbest


Ik blijf me verbazen over de dingen waar mensen hun vrije tijd mee vullen. Postzegels verzamelen, cavia's fokken, borduren, marathon lopen, bergbeklimmen enzovoorts. Stuk voor stuk hobby's waar onvoorstelbaar veel tijd en energie in gaat zitten. Hele netwerken ontstaan van mensen met gelijkgestemde interesses: aparte werelden. Sebastiaan heeft ons meegevoerd in de wereld die Voetbal heet. Onze betrokkenheid bij voetbal beperkte zich tot dan toe tot het bekijken van "Oranje" wedstrijden. Dat was vooral om deel te kunnen nemen aan het sociale gebeuren dat een interland was in onze buurt. Bij een tegendoelpunt klonk overal luid boe-geroep en bij een doelpunt was het de gewoonte om, liefst in rare uitdossing, buiten te gaan staan joelen met een biertje in de hand.
Bij mij thuis werd vroeger niet naar sport op televisie gekeken omdat het ronduit als absurd werd ervaren om vanuit een luie stoel de verrichtingen van zwetende atleten te bekijken. Martin komt wel uit een nest van actieve en passieve sporters maar ook bij hem thuis werd niet gevoetbald. Kortom, wij wisten hoegenaamd niets van voetbal toen Sebastiaan aangaf op deze sport te willen. Wij waren zeer verbaasd. Sebastiaan speelde altijd het liefste binnen en vermeed doorgaans lichamelijk contact met leeftijdgenoten. En nu wilde hij vrijwillig twee uur per week buiten gaan rennen en duwen. We waren er dan ook van overtuigd dat hij na de eerste training brullend het veld zou verlaten maar moedigden zijn plannen aan door een gepast tenue op de kop te tikken. Apetrots betrad hij als zesjarige het groene gras op noppenschoenen en met scheenbeschermers in de voetbalkousen. Na vijf minuten ging hij keihard tegen de vlakte. Einde oefening dacht ik, maar ik had ons mannetje onderschat. De tranen biggelden over zijn wangen maar hij gaf niet op. Het heeft nog een half jaar geduurd voordat hij zonder humeurverlies tegengoals kon weerstaan maar plezier in het spel en lol met teamgenoten hielden hem aan de gang.
Ons leven is sindsdien drastisch veranderd. Elke woensdag moet geregeld worden welke ouder de spelertjes van en naar training brengt en iedere zaterdag is er wedstrijd. Martin is coach van het team en er wordt heel wat afgebeld om op zaterdag iedereen in het veld en langs de lijn te hebben op een tijd die ik in mijn studententijd voor onmogelijk had gehouden. Op zondag moeten de verslagjes ingeleverd worden voor het krantje en Martin houdt een heuse website van zijn F-jes bij. De hele week zijn sporen van het voetbal aanwezig in huis in de vorm van vieze schoenen, sponsemmers, wedstrijdschema's en een hoeveelheid was waar de wasmiddelfabrikanten blij mee mogen zijn. Een weekend vrij is er per definitie niet bij. Alleen bij slecht weer wordt er afgelast. Dat is niet bedoeld om de kinderen te ontzien maar geschiedt enkel en alleen om het heilige voetbalgras te beschermen.
In het begin had ik zo mijn twijfels over het hele voetbalgedoe. Het leek me toch vooral een sport voor keiharde jongens. Misschien niet het milieu om je aardige zoontje in te sturen. Toegegeven, er zijn vaders die niet voor herhaling vatbare taal uit slaan langs het voetbalveld maar doorgaans zie ik op zaterdag enthousiaste ouders die op een leuke manier met hun kind optrekken. Het is dan ook een unieke mogelijkheid om een deel van het leven van je kind en zijn vrienden van heel dicht bij mee te maken. We hebben Sebastiaan steviger zien worden in lijf en daad. We hebben sportieve hoogtepunten en dieptepunten meegemaakt en vriendschappen zien groeien. Nu na twee jaar ben ik gaan begrijpen wat er leuk aan is om weer of geen weer een aantal uren per week over zo'n grasveld heen en weer te rennen. Trots sta ik daarom met Elise langs de zijlijn te zwaaien als onze stoere mannen in blauwwit het veld weer betreden.

vorige:Beestencomplot
volgende:Helemaal weg